Gado gado

Een klassieker uit de Indische Keuken

Naast rendang is gado gado een van de bekendste en meest geliefde gerechten uit de Indische keuken. De naam betekent letterlijk “mix-mix”, en dat is precies wat dit gerecht zo bijzonder maakt: een combinatie van kleurrijke groenten geserveerd met een overheerlijke zelfgemaakte pindasaus.

Dit is nou echt zo’n gerecht dat perfect in balans is. Lekkere knapperige groenten, een volle saus, een gekookt eitje, crispy kroepoek en dit alles opgediend met gestoomde rijst. Of zoals je het vaak in Indonesië krijgt: met lontong (kleefrijst). Het is niet alleen voedzaam en gezond, maar ook eenvoudig te bereiden en helemaal aan te passen naar eigen smaak.

De basis: knapperige groenten

De kern van een goede gado gado ligt in de groenten. Dit zijn vaak stevige, knapperige soorten zoals kool, taugé, sperziebonen, wortels en komkommer. De truc is om de groenten nèt niet gaar te koken, maar ze slechts kort te blancheren. Hierdoor behouden ze niet alleen hun frisse bite, maar blijven ook de voedingsstoffen in stand. De groenten zijn een mooie tegenhanger van de zachte pindasaus. Je kunt trouwens variëren met de groente door er bijvoorbeeld radijs, bimi of bloemkool aan toe te voegen. Wij bakken er overigens ook altijd wat tofu bij, maar dit is natuurlijk optioneel. Om het af te maken kan je het serveren met gebakken uitjes.

Zelfgemaakte pindasaus: de smaakmaker

De pindasaus is zonder twijfel het hart van gado gado. Een kant-en-klare saus gebruiken? Dat is een absolute no-go! De authentieke pindasaus is namelijk eenvoudig te maken met slechts een paar ingrediënten: gemalen pinda’s, teentje knoflook, kokosmelk, ketjap manis en een vleugje trassi (gefermenteerde garnalenpasta). De saus moet vol, romig en licht pittig zijn, maar ook een subtiele zoetje hebben. Het geheim zit in het langzaam laten pruttelen van de saus, zodat alle smaken goed samenkomen en een zijdezachte saus ontstaat. Wij gebruiken hier natuurlijk gewoon de hakmolen voor, maar je kan ook de vijzel gebruiken als je spierballen wil kweken.

Gado gado vs. karedok

Deze klassieker doet misschien denken aan karedok, een ander populair (maar hier minder bekend) vegetarisch gerecht uit de Indische keuken. Toch zijn er duidelijke verschillen. Voor gado gado worden in de regel meer groenten gebruikt. Daarnaast eet je karedok traditioneel met emping in plaats van kroepoek. Alhoewel wij zowel kroepoek als emping lekker vinden bij allebei. Beide gerechten worden geserveerd met pindasaus, maar de saus bij karedok heeft toch een heel andere en zeer typerende smaak. De toevoeging van kentjoer in deze pindasaus is namelijk heel kenmerkend. Maar welke je ook kiest, beide gerechten zijn een heerlijke manier om van de Indische keuken te genieten!

Gado gado

Personen: 4 Bereidingstijd: 30 min

Beoordeling 4.2/5

( 92 keer gestemd )

Ingrediënten

• 375 g tofu
• 200 g sperziebonen
• 200 g spitskool
• 200 g geschrapte worteltjes
• 125 g taugé
• 100 g pinda's
• 250 ml kokosmelk
• 4 eieren
• 1 sjalot
• 1 teen knoflook
• 1 komkommer
• 3 el ketjap manis
• 1 el gula djawa (of bruine basterdsuiker)
• 1 tl trassi
• 1 tl sambal oelek
• 1 tl gemalen laos
• 1 tl ketoembar
• Gebakken uitjes
• Witte rijst
• Kroepoek
• Zonnebloemolie

Zo maak je het

• Snijd 1 blok tofu (375-500 g) in blokjes. Bestrooi riant met zout en bak in een laagje zonnebloemolie rondom goudgeel. Laat uitlekken op keukenpapier.
• Snijd ondertussen 1 komkommer in halve maantjes, 200 g wortels julienne en maak 125 g taugé schoon (staartjes verwijderen indien gewenst). Kook ook alvast 4 eieren in 7 minuten hard.
• Kook 200 g sperziebonen in een ruime hoeveelheid water 6-8 minuten. Spoel direct af onder ijskoud water.
• Snipper voor de pindasaus 1 grote sjalot en snijd 1-2 tenen knoflook ragfijn. Fruit in een scheutje zonnebloemolie kort aan en voeg 1 tl trassi, 1 tl gemalen laos, 1 tl sambal oelek, 1 tl ketoembar en 1 el gula djawa toe. Bak op laag vuur al omscheppend kort mee.
• Schenk 250 ml kokosmelk bij het geheel samen met 3-4 el ketjap manis. Mix ondertussen 100 g pinda's in de hakmolen fijn en voeg toe. Meng met een garde tot een mooie gebonden pindasaus ontstaat. Voeg indien nodig extra kokosmelk toe.
• Maak de borden op met van alles wat: witte rijst, tofu, komkommer, taugé, spitskool, sperzieboontjes, wortel en een (half) eitje. Maak af met een riante laag pindasaus en serveer met gebakken uitjes en kroepoek.