Karedok

Uiteraard mét emping!

Ben je gek op gado gado? Dan weet ik zeker dat je karedok ook heerlijk zult vinden. Deze Indische groentesalade lijkt qua ingrediënten een beetje op petjil, met zijn verse, knapperige groenten en een zelfgemaakte pindasaus.

Toch heeft karedok een eigen karakter en een unieke smaakbeleving. Het gerecht komt oorspronkelijk uit West-Java en wordt traditioneel koud geserveerd. De combinatie van verse groenten en romige pindasaus maakt het een perfecte maaltijd voor liefhebbers van lichte gerechten.

Wat maakt karedok zo bijzonder?

Net als bij gado gado en petjil koken we de sperzienbonen kort en blancheren we de taugé. De overige groenten (frisse komkommer en fijngesneden spitskool) voegen we rauw toe. De verse groenten zorgen niet alleen voor een heerlijke bite, maar behouden ook al hun voedingsstoffen. En wat dit gerecht echt afmaakt? Emping! Volgens mijn vader hoort emping er onlosmakelijk bij. Vraag me niet waarom, maar als hij het zegt, dan neem ik het maar aan voor waar. Gelukkig is emping tegenwoordig makkelijk verkrijgbaar, zelfs in de supermarkt. De licht bittere smaak van deze krokante snack van melindonoten vormt een perfecte tegenhanger voor de romige en lichtzoete pindasaus.

Zelf pindasaus maken: simpel en verrukkelijk

Wat is een karedok zonder een goede pindasaus? In tegenstelling tot kant-en-klare varianten, is een zelfgemaakte saus veel smaakvoller en vrij eenvoudig te maken. Mix hiervoor in een hakmolen pindakaas met de sjalotten, knoflook, rode peper, kentjoer (een kruid met een subtiele citrusachtige smaak en echt onmisbaar), gula djawa (Javaanse palmsuiker) en 75 ml water tot een gladde, romige saus en proef of hij perfect op smaak is.

Hoe eet je karedok?

Bij ons thuis serveren we de groenten altijd apart van de pindasaus, zodat iedereen zijn eigen bakje kan samenstellen. Maar als je liever alles meteen door elkaar mengt kan dat natuurlijk ook. Karedok is heerlijk als vegetarische maaltijd met witte rijst, maar je kunt het ook combineren met een vleesgerecht zoals ajam ketjap (kip in zoete sojasaus) of saté. Hoe je het ook eet, één ding is zeker: dit frisse, smaakvolle gerecht gaat je niet teleurstellen!

Karedok

Personen: 4 Bereidingstijd: 20 min

Beoordeling 4.6/5

( 43 keer gestemd )

Ingrediënten

• 200 g sperziebonen
• 200 g spitskool
• 125 g pindakaas
• 125 g taugé
• 2 tenen knoflook
• 2 sjalotten
• 1 komkommer
• 1 rode peper
• 1 el gula djawa (of bruine basterdsuiker)
• 1 tl kentjoer
• Emping

Zo maak je het

• Kook 200 g sperziebonen 8 minuten. Voeg de laatste minuut 125 g (schoongemaakte) taugé toe zodat deze kort blancheert. Spoel af onder ijskoud water zodat het niet verder doorkookt en giet af.
• Snijd ondertussen 1 komkommer zonder zaadlijsten in halve maatjes. Doe de komkommer samen met 200 g fijngesneden spitskool in een ruime mengkom.
• Mix met een hakmolen 125 g pindakaas samen met 2 kleine sjalotten, 1-2 tenen knoflook, een 1/2 rode peper, 1 tl kentjoer, 1 el gula djawa en 75 ml water tot een gladde saus. Voeg extra water toe als de saus te dik is.
• Voeg de sperziebonen en taugé bij de rest van de groenten. Meng de pindasaus door de groenten of doe dit apart per portie. Serveer met de in ringetjes gesneden andere helft van de rode peper en met emping.