Babi rica rica

Pittig, fris en snel

Na eerder de kipvariant te hebben gemaakt, gaan we vandaag voor de versie met varkenshaas: babi rica rica (ook wel babi ritja ritja genoemd).

Dit gerecht, uiteraard afkomstig uit de Indische keuken, staat bekend om zijn pittige maar toch frisse smaak. Net als zijn broertje met kip is deze babi rica rica heerlijk spicy. Maar nooit tè spicy zoals je gewend bent van ons. Het grote voordeel van de babi versie dat het veel sneller op tafel staat. Waar de kip versie langer nodig heeft om zacht te stoven is varkenshaas in een mum van tijd gaar en heerlijk mals. Dit maakt het een ideaal gerecht voor op een snelle, maar toch smaakvolle Indische (rijst)tafel.

De perfecte boemboe

De kracht van babi rica rica zit ‘m natuurlijk in de boemboe; de kruidenpasta die de basis vormt van het gerecht. Deze maken we door sjalotten, rode pepers (of rawit pepers als je van extra spicy houdt), knoflook, (punt)paprika, tomaat, djahé (gember), gemalen laos en een flinke scheut zonnebloemolie tot een gladde pasta te malen. Deze boemboe fruiten we vervolgens aan in de pan, waarbij we suiker, gekneusde stengels sereh (citroengras) en limoenblaadjes toevoegen. Dit zorgt voor een heerlijke geur en natuurlijk een fantastische smaak.

Het bereiden van de babi rica rica

Voordat het vlees de pan ingaat bestrooien we de blokjes varkenshaas met een beetje kurkuma voor extra kleur en natuurlijk extra smaak. Vervolgens voegen we het toe aan de aangefruite boemboe en bakken het in ongeveer vijf minuten gaar. Door de korte bereidingstijd blijft het vlees heerlijk mals. Wil je het gerecht nog pittiger maken? Voeg dan gewoon extra rode pepers of zelfs rawits toe. Is het per ongeluk té pittig geworden? Geen zorgen! Wat extra limoensap en wat suiker brengen de smaken weer mooi in balans.

Serveren en combineren

Babi rica rica is perfect te combineren met gewoon een portie witte rijst en wat frisse bijgerechtjes. Serveer het bijvoorbeeld met atjar voor een zoetzure touch en een groentegerecht zoals sajoer tumis boontjes, ulang ulang of wat dacht je bijvoorbeeld van onze ketoprak. De combinatie van pittige en frisse smaken maakt dit gerecht een aanrader voor liefhebbers van de Indische keuken. Probeer het gewoon eens!

Babi rica rica

Personen: 3-4 Bereidingstijd: 30 min

Beoordeling 3.7/5

( 31 keer gestemd )

Ingrediënten

• 4 djeruk perut (limoenblaadjes)
• 2 stuks varkenshaas (500-600 g)
• 2 tenen knoflook
• 2 rode pepers
• 2 sjalotten
• 2 stengels sereh
• 1 rode (punt)paprika
• 1 tomaat
• 1 limoen
• 1 el (bruine) suiker
• 2 tl djahé
• 2 tl kurkuma
• 1 tl gemalen laos
• Zonnebloemolie

Zo maak je het

• Mix met de hakmolen 2 sjalotten, 2 rode pepers (of rawit pepers), 2 tenen knoflook, 1 (punt)paprika, 1 tomaat, 2 tl djahé, 1 tl gemalen laos en een flinke scheut zonnebloemolie tot een gladde boemboe. Het mag ietwat waterig zijn.
• Neem een (braad)pan en verhit een scheut zonnebloemolie. Voeg de boemboe toe samen met 1 el suiker, 2 gekneusde stengels sereh en 4-5 limoenblaadjes. Meng door elkaar en fruit de boemboe 7-8 minuten op matig vuur.
• Snijd ondertussen 2 varkenshaasjes in hapklare stukken en bestrooi rondom met zout en (circa 2-3 tl) kurkuma.
• Voeg het vlees toe aan de boemboe en bak al omscheppend in circa 5 minuten gaar. Als het vlees wat dikker is dan duurt het wat langer.
• Besprenkel de babi rica rica vlak voor het serveren naar smaak met vers limoensap. Serveer met witte rijst en een (fris) groentegerecht.

TIP

Liever wat meer vlees? De boemboe is voldoende voor 800 gram varkenshaas.