Fris, knapperig en vol smaak
We kennen ze allemaal wel, de felgele potjes atjar tjampoer in het schap bij de supermarkt. Makkelijk natuurlijk, maar eerlijk is eerlijk, zelfgemaakt smaakt echt heel veel beter.
En het is verrassend eenvoudig. In nog geen half uur toveren we een kleurrijk, friszuur bijgerecht op tafel dat niet alleen heerlijk is, maar ook letterlijk boordevol groenten zit.
Atjar tjampoer is, net als zijn broertje atjar ketimoen, een klassieker uit de Indische keuken. ‘Atjar’ betekent zuur en ‘tjampoer’ staat voor gemengd. Het is dus letterlijk: gemengd zuur. Een perfecte omschrijving van dit frisse gerecht waarin verschillende knapperige groenten samenkomen in een kruidige boemboe met azijn.
Boordevol groenten (en dus vitaminen)
Wat atjar tjampoer zo aantrekkelijk maakt, is niet alleen de smaak, maar ook de voedingswaarde. We gebruiken stevige, rauwe groenten die hun bite behouden en rijk zijn aan vezels en vitaminen. Wortel en paprika leveren flink wat vitamine C, terwijl spitskool en komkommer zorgen voor een frisse balans.
De lichte zuurheid helpt bovendien bij de vertering, wat dit bijgerecht extra fijn maakt als aanvulling op een kruidige maaltijd zoals nasi goreng of saté. En het mooie? We kunnen eindeloos variëren. Denk aan bloemkoolroosjes, sperziebonen of gele paprika. Zolang de groenten stevig zijn, blijven ze heerlijk knapperig in de zuur-kruidenmix.
De boemboe: geur en kleur
De smaakmaker in atjar tjampoer is natuurlijk de boemboe. Die maken we uiteraard zelf, met een combinatie van Indische kruiden en specerijen. In de hakmolen gaan een sjalot, knoflook, een rode peper, kemirinoten, kurkuma, djahé (gemberpoeder) en wat zonnebloemolie. Liever geen pitje in je atjar? Laat dan het pepertje achterwege.
De kurkuma zorgt voor de karakteristieke gele kleur. Deze boemboe fruiten we kort aan, tot het lekker begint te geuren. Daarna voegen we azijn toe en een lepel palmsuiker (gula djawa) voor een subtiele zoetigheid. Deze ‘saus’ vormt de basis waarin de groenten kort garen, maar hun knapperigheid behouden. We verwarmen alles kort – niet koken – zodat de smaken zich goed kunnen mengen zonder dat de groenten hun structuur verliezen.
Bewaren in een potje
Wanneer de atjar klaar is, verdelen we alles over goed schoongemaakte (weck)potten. We zorgen dat de groenten zoveel mogelijk onder het zuur staan. Dat voorkomt namelijk dat ze bederven. Dan zetten we de pot even ondersteboven, zo trekken de smaken goed in en sluiten we meteen de pot af. Na afkoeling bewaren we de atjar in de koelkast. Daar blijft hij zeker enkele weken goed.
Onmisbaar bij Indische gerechten
Atjar tjampoer hoort wat ons betreft standaard thuis naast een bord mihoen goreng, bami goreng of saté. De frisse zuren en knapperige groenten zorgen voor balans bij kruidige, hartige gerechten. Het is het soort bijgerecht waar je steeds weer naar teruggrijpt en dat in een handomdraai zelf te maken is.
Zelfgemaakt betekent niet alleen lekkerder, maar ook verser en gezonder. Eén keer proberen en je wil echt nooit meer anders.
27 reacties
Top 👍erg lekker maak het nu voor een 2e keer