Luchtig paneerlaagje
Na eerder al de kipschnitzel en het broodje kipschnitzel met coleslaw te hebben gemaakt (echt een aanrader als je zin hebt in iets snels met een twist), is het nu tijd voor de klassieke varkensschnitzel.
Een gerecht dat je doet denken aan een Oostenrijks gasthof of een gezellige Duitse Biergarten. De smaak, de textuur en natuurlijk dat typerend knapperige korstje…
Wat deze schnitzel zo herkenbaar maakt, is natuurlijk het luchtige paneerlaagje dat nét loskomt van het vlees. Dat is geen foutje, dat hoort zo. En met een paar eenvoudige stappen zet je die zelf ook op tafel.
Schnitzel Wiener Art
Hoewel de term Wienerschnitzel vaak wordt gebruikt als verzamelnaam voor gepaneerd vlees, is dat technisch niet correct. Een echte Wienerschnitzel is namelijk gemaakt van kalfsvlees. De versie met varkensvlees – die wij hier maken – mag dan ook eigenlijk alleen worden aangeduid als ‘Schnitzel Wiener Art’.
In Oostenrijk en Duitsland is dat zelfs wettelijk vastgelegd. Het klinkt misschien streng, maar het zegt veel over de culinaire traditie die aan dit ogenschijnlijk eenvoudige gerecht hangt.
Dus wanneer je een varkensschnitzel bestelt in een Duits of Oostenrijks restaurant, en je ziet Wiener Art op de kaart staan, weet je: dit is de variant zonder kalfsvlees, maar wel op dezelfde manier gemaakt.
De perfecte paneerlaag
Het geheim zit ’m in de opbouw: eerst bloem, dan een geklutst ei, en als laatste paneermeel. Geen extra kruiden nodig in deze lagen – houd het simpel, dat werkt het best. Klop de bloem licht van het vlees af voor een luchtiger resultaat. De schnitzel mag dun zijn, maar moet wel iets body hebben.
Het paneermeel zorgt voor dat goudgele jasje. Zorg ervoor dat de schnitzel overal goed bedekt is, maar druk het paneermeel niet té stevig aan. Juist dat beetje lucht tussen het vlees en de korst zorgt voor de kenmerkende ‘losliggende’ paneerlaag.
Bakken op de juiste temperatuur
Verhit een flinke scheut zonnebloemolie in een ruime koekenpan. Geen roomboter, geen olijfolie – zonnebloemolie geeft de juiste hitte en is neutraal van smaak. Heb je pannen voor inductie? Dan is stand 6 van 9 op je inductiekookplaat ideaal.
Let goed op dat de olie heet is, maar niet té heet. Als de olie gaat walmen, zit je te hoog. De schnitzels bak je het liefst per stuk of met z’n tweeën in de pan. Geef ze de ruimte en bak ze 2 tot 3 minuten per kant, tot ze goudbruin en krokant zijn. Laat daarna even uitlekken op keukenpapier.
Serveer klassiek – of geef er je eigen draai aan
Een varkensschnitzel Wiener Art komt het best tot zijn recht met een schijfje citroen en wat ravigotesaus. Dat frisse, zurige accent past perfect bij het knapperige vlees. En ja, frietjes erbij zijn haast onmisbaar. Zin in wat extra groente? Een simpele komkommersalade of little gem passen er perfect bij.
4 reacties
Zo maak ik mijn schnitzels ook altijd, bij het eitje doe ik een scheutje room, als ik het echt super lekker wil, frituur ik de schnitzels. Door het paneren worden de schnitzels behoorlijk groot. Mijn schoonzoon noemt ze daarom: schnitzels als deurmatten.
Als je in plaats van ei licht opgeklopte slagroom gebruikt heb je een heerlijke roomschnitzel.
Goedeavond beste koks.
Ik heb al meerdere recepten van jullie gemaakt en ze zijn zalig maar heb nu toch even een vraag.
Waar is dat plakje citroen voor op de schnitzel?
Eten kun je die niet lijkt mij maar zie het wel vaker bij sommige gerechten.
Bijvoorbeeld bij vis maar weet nooit wat ik ermee moet.
Ik hoor graag het antwoord.
Vriendelijke groet van Martin.
Leuk dat je al meerdere recepten van ons hebt gemaakt en dat ze in de smaak vielen Martin! Citroentje kan je uitknijpen, lekker fris vaak bij vis 🙂