Zoals je ze bij een warung eet
Iedereen die ooit in Indonesië is geweest, weet het wel… Op elke straathoek vind je heerlijk ruikende satéstokjes, sissend op houtskool op een traditionele satébarbecue.
Varkenshaas saté (Indische saté babi) is in veel delen van Indonesië enorm populair. Vooral op Oost-Java en Bali is dit een geliefde snack of maaltijd, vaak geserveerd met lontong (kleefrijst) en een pittige saus. En eerlijk is eerlijk, ook bij ons zijn de stokjes saté altijd razendsnel op.

De keuze voor varkenshaas
Voor deze saté kiezen we bewust voor varkenshaas. Het is namelijk een van de malste delen van het varken en daarmee perfect om te grillen. Snijd je het vlees in blokjes ter grootte van een dobbelsteen, dan krijg je malse stukjes die na een korte marinade bomvol smaak zitten. En doordat het vlees zo mals is, heb je dus ook geen lange grilltijd nodig. Snel klaar dus, zonder concessies te doen aan smaak.
Onze marinade
We houden van een marinade die in balans is. Dus een beetje zoet, een tikkie zuur en natuurlijk een vleugje pit. Daarvoor mengen we ketjap manis met vers limoensap en gaan daar vervolgens klassieke Indische specerijen bij als ketoembar (korianderzaad), djahé (gember), djintan (komijn) en laos. Een klein beetje gula djawa zorgt voor (nog) wat extra zoetheid. En natuurlijk ontbreekt de sambal niet. Wij gebruiken één theelepel, voor een mild pittige marinade. Meer mag altijd.
We snijden ook een paar sjalotten en tenen knoflook grof en voegen die toe aan de marinade. Niet om mee te grillen, maar om hun smaak af te geven tijdens het marineren. Het vlees neemt die smaken mooi op. Minimaal een uur marineren is voldoende, maar langer mag altijd.
Saté prikken? Eerst weken!
Voordat we gaan rijgen, weken we de houten satéprikkers in koud water. Dat klinkt misschien als een detail, maar het is echt belangrijk. Het voorkomt namelijk dat de stokjes verbranden op de grill. Dan rijgen we aan elk stokje vier tot vijf blokjes varkenshaas, zonder dat er stukken ui of knoflook tussen zitten. Doordat we die grof sneden, blijven ze meestal vanzelf achter in de marinade.
Grillen, barbecue of contactgrill
De saté kan op de barbecue, maar ook op een contactgrill of grillpan gaat dit prima. We grillen de stokjes al draaiend, zodat het vlees gelijkmatig gaart. Na een minuut of vijf is het vlees gaar vanbinnen en mooi gekleurd vanbuiten. Wil je dat echte ‘gegrilde’ effect? Sluit de contactgrill (bekijk hier welke wij in onze keuken gebruiken) aan het eind een paar seconden. Dan krijg je die lekkere gebrande randjes.
Serveren met ketjapsaus of satésaus
Bij deze saté serveren we het liefst een simpel ketjapsausje. Meng daarvoor ketjap manis met fijn gesnipperde sjalot, een ragfijn gesneden teen knoflook, een beetje sambal oelek en wat limoensap. Zoet, pittig en fris tegelijk. Geen zin om te mixen? Dan is zelfgemaakte satésaus ook een prima keuze. Wat gestoomde witte rijst, frisse atjar erbij, en klaar!
13 reacties
Ik laat mijn vlees gewoon 2 dagen marineren. Onzin want de simpelheid van sate heeft dat niet nodig. Het bestrijken van het vlees met vocht heeft veel meer zin.
Vraagje:
Kan dit ook met de grill stand van mijn oven?
Ja dat kan hoor! Wel even goed in de gaten houden en geregeld keren 🙂
Natuurlijk weer heerlijk!! Ik marineer altijd (bijna altijd) alles in een plastic zak, dan is gegarandeerd alles goed gemarineerd 🙂
Dit is onze topper, gecombineerd met jullie satesaus! Éen ding doe ik anders: heb niks met bbq’en, dus bak de stukjes varkenshaas op hoog vuur op het fornuis en lepel daar wat satésaus doorheen. Ik serveer met rijst en oerhollandse, frisse komkommersalade voorzien van balsamicodressing om de combinatie zoet-zuur te accentueren. Veel dank voor het recept!