Bijzondere betekenis
We hebben inmiddels zo vaak de vraag gekregen of we een goed recept hebben voor kroket kentang dat het nu echt wel eens tijd werd om deze te delen.
Dit gerecht heeft voor ons een extra bijzondere betekenis, want het recept is rechtstreeks afkomstig van mijn grootmoeder en mijn tante Inge. Net zoals bij de risolles, een andere favoriet uit de Indische keuken, proef je hier de rijke smaken die generaties lang zijn doorgegeven. Voor ons is kroket kentang niet zomaar een snack; het is een klein stukje familiegeschiedenis op je bord.
Wat maakt ze zo lekker?
Kroket kentang zijn heerlijke gefrituurde aardappelkroketjes met een vulling van gekruid gehakt en heel fijngesneden groenten zoals wortel en lente-ui. Wat het verder onderscheidt zijn de subtiele smaakmakers zoals ketjap manis voor een wat zoetheid, een scheutje oestersaus en een beetje basterdsuiker om het wat in balans te brengen. Het resultaat is een krokant jasje met een hartige, smaakvolle binnenkant.
Aardappelpuree als basis
Voor ons begint een perfecte kroket bij de aardappelpuree. Wij koken de aardappelen tot ze zacht zijn en stampen ze tot een romige puree. Met een beetje nootmuskaat, klontje boter en een snufje zout en peper breng je het op smaak. Van deze puree vormen we vervolgens de basis voor de kroketjes: kleine balletjes die later gevuld worden met het gehaktmengsel. Het is een eenvoudig proces, maar met een groot effect, want de puree zorgt voor die smeuïge textuur.
Het geheim van het gehaktmengsel
Het gehaktmengsel is uiteraard het hart van deze kroketjes. Wij roeren het gehakt samen met fijngesneden wortel en lente-ui, en voegen vervolgens de smaakmakers toe. Deze combinatie roept meteen de smaken van de Indische keuken op. Lekker zoet, soms een beetje pittig, hartig en altijd rijk van smaak.
Bij het vullen van de kroketjes is het belangrijk om voorzichtig te werk te gaan. Een flinke lepel gehakt in de aardappelbal, dichtvouwen en eventueel extra puree gebruiken om het geheel mooi af te sluiten. Zo krijg je perfecte, ronde kroketjes die klaar zijn om gepaneerd te worden.
Paneren en frituren
Paneren is een kunst op zich. Wij zetten drie borden klaar: één met bloem, één met geklutst ei en één met paneermeel. Elk kroketje gaat achtereenvolgens door deze lagen. En voor een extra krokante korst herhalen we deze stap soms.
Het frituren zelf doen we op 180 graden, en nooit meer dan drie tegelijk, zodat ze mooi goudbruin en knapperig worden. Binnen 3-4 minuten zijn ze klaar om van te genieten. Het resultaat? Een krokante buitenkant met een smeuïge, smaakvolle binnenkant; precies zoals het hoort.
Serveer en geniet
Met dit recept maken we ongeveer 16 kroketjes. Wij serveren ze graag met een beetje mosterd of chilisaus.
Of je ze nu als snack of bij een Indische rijsttafel serveert, kroket kentang brengt altijd een stukje gezelligheid en nostalgie op tafel. Voor ons is het overigens meer dan een borrelhapje: het is een warme herinnering aan de keuken van onze familie.