Ajam Betawi

Klaar in een half uurtje

Binnen een half uur een geurige Indische klassieker serveren? Ajam Betawi is zo’n gerecht dat dit allemaal heeft! Licht krokante kip, een rijke saus met zoet en pit, en een geur die je meteen naar de Indische keuken brengt.

‘Ajam’ betekent kip in het Indonesisch, en ‘Betawi’ verwijst naar de oorspronkelijke bewoners van Jakarta, die bekendstaan om hun smaakvolle en kruidige keuken. Onze versie is een moderne variant die eenvoudig te maken is, zonder in te leveren op smaak.

Goudbruin en licht krokant

De basis van dit gerecht is malse kipdijfilet. Snijd deze in niet te grote stukjes (hapklaar). Bestrooi de kip met een beetje bloem, zodat ze straks een licht krokant laagje krijgt tijdens het bakken.

Verhit een flinke scheut zonnebloemolie in een wok en bak de kip goudbruin. Roer af en toe, zodat elk stukje evenveel kleur krijgt. Zodra ze knapperig zijn, laat je de kip uitlekken op wat keukenpapier.

De boemboe

Ondertussen maken we de boemboe. Zoals vaak de smaakmaker van Indische gerechten. Deze is lekker simpel. Mix 2 à 3 sjalotten, 3 tenen knoflook, 2 theelepels ketoembar (korianderpoeder) en 1 theelepel sambal tot een grove pasta.

Fruit dit mengsel zachtjes aan in een beetje zonnebloemolie, zodat de smaken en geuren loskomen. Voeg daarna een eetlepel gula djawa (of bruine basterdsuiker), het sap van een halve citroen, 50 ml ketjap manis en 50 ml water toe. Laat het even borrelen en doe dan de kip weer in de pan.

Serveren met rijst en iets erbij

Laat alles nog een paar minuten zachtjes pruttelen, zodat de kip de saus goed opneemt. De geur alleen al is onweerstaanbaar. Serveer de ajam Betawi met gestoomde witte rijst en een bijgerecht zoals sajoer boontjes of urap urap. Dit zijn groentegerechten die heerlijk combineren met de zoet-pittige saus. Wil je een extraatje? Een pittig Indisch eitje maakt het helemaal af.

Ajam Betawi

Personen: 2-3 Bereidingstijd: 30 min

Beoordeling 4.0/5

( 123 keer gestemd )

Ingrediënten

• 400 g kipdijfilet
• 50 ml ketjap manis
• 3 sjalotten 
• 3 tenen knoflook
• 1/2 citroen
• 1 el bloem
• 1 el gula djawa (of bruine basterdsuiker)
• 2 tl ketoembar
• 1 tl sambal oelek
• Zonnebloemolie

Zo maak je het

• Snijd de kipdijfilet in hapklare stukjes. Doe in een kom en bestrooi met 1 el bloem. De kip moet een dun laagje bloem hebben (zie de afbeelding hierboven).
• Doe een laagje (1-2 cm) zonnebloemolie in een wok en bak/frituur de stukjes kip op middelhoog vuur (bij onze inductieplaat is dat stand 6 van 9) in 5 tot 7 minuten rondom goudbruin. Roer geregeld. Laat de kip uitlekken op keukenpapier.
• Snijd 2 à 3 sjalotten en 3 tenen knoflook ragfijn en meng hier 2 tl ketoembar en 1 tl sambal doorheen. Of gebruik je hakmolen om alles in fijn te hakken. Dit is je boemboe.
• Haal de meeste olie uit de wok en fruit de boemboe kort even aan. Voeg 1 el gula djawa toe, het sap van een halve citroen, 50 ml ketjap manis en 50 ml water. Breng aan de kook en zet direct weer op laag vuur.
• Voeg de stukjes kip toe en meng alles grondig door elkaar. Laat op matig vuur enkele minuten pruttelen tot de kip warm is. Serveer direct.