Oud-Hollandse stoofklassieker
Hebben jullie dat ook? Zodra het buiten kouder en donkerder wordt, krijgen wij vanzelf weer zin in stoofvlees.
En dan vooral in ouderwets draadjesvlees, ook wel bekend als sudderlapjes of suddervlees. Zo’n gerecht dat uren op het fornuis staat te pruttelen en de hele keuken vult met een heerlijke geur. Het is comfortfood pur sang, en niet voor niets een van de meest geliefde Hollandse gerechten.

Warme herinneringen
Veel mensen hebben warme herinneringen aan draadjesvlees. Vaak stond het bij (groot)moeder op het fornuis te sudderen, met de deksel (half) op de pan en een geur die zich langzaam door het huis verspreidde. Tegen etenstijd zat iedereen al ongeduldig te wachten totdat de stoofpan op tafel kwam. Die traditie houden wij graag in ere, want sommige gerechten zijn gewoon tijdloos. Serveer het met frietjes of aardappelpuree en bijvoorbeeld rode kool of stoofpeertjes. Een klassieke combinatie en altijd goed.

Het geheim
Draadjesvlees maken is niet moeilijk (bekijk de video hieronder maar), maar vraagt wat geduld. Het draait allemaal om langzaam garen op laag vuur, zodat het vlees zacht wordt en vanzelf uit elkaar valt op je bord en smelt in je mond. Wij gebruiken runderlappen (bijvoorbeeld sukadelappen), die we eerst even aanbraden in wat boter.

Daarna voegen we de smaakmakers toe, zoals runderbouillon, een glas rode wijn, een scheutje rode wijnazijn, een lepel appelstroop (schenkstroop kan trouwens ook), een paar (gemalen) kruidnagels, laurierblaadjes en wat takjes tijm. Daarna is het vooral een kwestie van wachten. Laat het geheel rustig 2,5 tot 3 uur sudderen.
Zo krijg je een volle jus
Na het sudderen haal je het vlees uit de pan en zeef je het vocht, zodat er een mooie, heldere jus overblijft. Schenk die terug in de pan en bind de saus iets met een papje van maïzena en water. Voeg dit beetje bij beetje toe tot de jus de juiste dikte heeft. Zo krijg je een glanzende saus die perfect past bij het malse vlees. En geloof ons, de geur op dat moment alleen al is het wachten waard.
Ouderwets lekker
Draadjesvlees is een gerecht dat nooit uit de tijd raakt. Het combineert eenvoud met pure smaak en past perfect bij de herfst en winter. Je kunt het zelfs een dag van tevoren maken, want de volgende dag is het vaak nóg lekkerder. Ideaal dus als je eters krijgt of gewoon zin hebt in een heerlijke maaltijd zonder stress.

Wij maken het zelf in onze gietijzeren braadpan, die de warmte gelijkmatig verdeelt en zorgt dat het vlees mooi mals blijft. Benieuwd welke pan wij gebruiken zelf in de keuken gebruiken? Klik dan even hier. Eén ding is zeker: met dit recept tover je in alle rust een ouderwets lekkere klassieker op tafel die precies smaakt zoals vroeger bij (groot)moeder!
										
																								                    
44 reacties
Gemaakt! Precies aan recept gehouden,was heel lekker
Ik heb het in de slowcooker gemaakt. De dubbele hoeveelheid. De hoeveelheid wijn en bouillon hoef je niet te verdubbelen maar gewoon aanvullen tot het vlees net onder staat.
De uien zijn iets langer aangebraden met een grooooote lepel appelstroop. Bij het zeven van de jus niet vergeten het residu in de zeef goed uit te drukken. Dit is namelijk erg smaakvol.
Eet smakelijk. Wij hebben genoten.
Oh wat hebben we hiervan genoten!! Exact het recept gevolgd en het vlees was zo mals en heerlijk van smaak!