Hummus

Hummusia’s

Hummus, of kikkererwtenpuree zoals het ook weleens genoemd wordt, klinkt niet alleen lekker maar is ook echt een gerecht dat uitnodigt om te delen.

Tijdens onze reizen door Israël hebben we hummus talloze keren geproefd in zogenaamde “hummusia’s” – kleine eethuisjes waar je onder andere hummus kan eten. In Nederland zien we ze ook steeds vaker opduiken, en dat is niet voor niets natuurlijk. Deze vegetarische dip vindt naar het schijnt zijn oorsprong in de Libanese keuken, maar is geliefd in het hele Midden-Oosten, Turkije en Noord-Afrika. Inmiddels is ook hier een veel gegeten gerecht en niet alleen meer als dip!

Hoe eet je het?

Hummus is ongelooflijk veelzijdig. In het Midden-Oosten wordt het vaak geserveerd als hoofdgerecht met warm platbrood en toppings zoals gekruid gehakt, pijnboompitten of een gekookt eitje. Maar ook als dip is hummus heerlijk. Een stukje pita of Turks brood dippen in verse hummus is echt zooo lekker. Of serveer het bij falafel, gegrilde groenten of als smeuïge basis voor een broodje kipshoarma. Zelfs als beleg op een cracker of als dip voor wortels en komkommer past hummus perfect in een gezonde en gevarieerde maaltijd.

Pure smaak

In de supermarkt is het aanbod van kant-en-klare hummus enorm. Toch gaat er niks boven het zelf maken. De smaak is verser, de textuur romiger en je hebt zelf in de hand welke ingrediënten je gebruikt. De basis blijft altijd dezelfde: een puree van kikkererwten en tahina (sesampasta). Voor het allerbeste resultaat gebruik je gedroogde kikkererwten die je een nacht laat weken en vervolgens kookt. Dit kost iets meer tijd, maar zorgt ervoor dat je hummus echt zijdezacht wordt. Kikkererwten uit een potje kunnen ook, maar geven vaak een veel minder smeuïg resultaat. Voeg wat tahina, citroensap, knoflook, olijfolie en een snufje zout toe, en je hebt een heerlijke, zelfgemaakte hummus die je naar smaak kunt aanpassen.

Eindeloos variëren

Het mooie aan hummus is dat je eindeloos kunt variëren. Eerder maakten wij bijvoorbeeld een avocado hummus en een rode bieten hummus, maar je kan ook geroosterde paprika of zongedroogde tomaten toevoegen voor variatie. Experimenteer vooral ook met kruiden zoals harissa voor extra pittigheid of ras el hanout voor een extra kruidige variant. Maar één ding is zeker, en wij praten uit ervaring: als je eenmaal begint met zelf hummus maken, wil je echt nooit meer anders!

Hummus

Personen: 4 Bereidingstijd: 1 uur

Beoordeling 4.7/5

( 23 keer gestemd )

Ingrediënten

• 200 g gedroogde kikkererwten
• 175 g tahina
• 2 tenen knoflook
• 1 citroen
• 1 tl baksoda (5 g)
• Paprikapoeder
• Verse peterselie
• Extra vierge olijfolie

Zo maak je het

• Neem een ruime kom en doe hier 200 g gedroogde kikkererwten in. Schenk ongeveer 1 liter koud water erover en laat minimaal 8 tot 12 uur weken. 
• Giet de kikkererwten af in een vergiet. Doe ze in een pan en schenk er vers water bij tot ongeveer 2-3 centimeter boven de kikkererwten. Voeg 1 zakje baksoda van 5 g toe en laat ongeveer 45 minuten zachtjes koken. Haal halverwege wat kikkererwten uit de pan voor het opmaken van het bord later.
• Giet de kikkererwten af en bewaar het kookvocht.
• Doe de kikkererwten in een blender (of gebruik een hakmolen) en voeg 175 g tahina toe samen met 2 geperste tenen knoflook, het sap van 1 citroen en 1 tl zout. Mix tot alles is fijngemalen.
• Het geheel zal nog wat massief zijn. Voeg daarom in etappes steeds wat kookvocht toe tot je een smeuïge hummus hebt. Pureer het geheel op een lage stand. Dit duurt ongeveer 5 minuten.
• Smeer de hummus met de bolle kant van een lepel uit op een bord en maak een kuiltje. Plaats hierin de apart gehouden kikkererwten en besprenkel met goede olijfolie. Garneer met paprikapoeder en blaadjes verse peterselie.

TIP

Afgesloten in de koelkast kan je de hummus zo'n 3 dagen bewaren. Voeg desgewenst wat extra citroensap, kookvocht en zout toe als je het gaat serveren.