Een Duitse klassieker
De Duitse flammkuchen verovert steeds meer harten in Nederland. En eerlijk gezegd begrijpen wij dat maar al te goed.
Het is een gerecht dat hartstikke simpel is, maar altijd indruk maakt. Flammkuchen, ook wel tarte flambée genoemd in de Elzas (het grensgebied tussen Duitsland en Frankrijk), heeft een knapperige dunne bodem die wordt belegd met slechts een paar ingrediënten. En juist die eenvoud maakt hem zo onweerstaanbaar lekker.

Waar hij vroeger vooral in Zuid-Duitse wijnstreken werd gegeten, zien we hem nu steeds vaker op Nederlandse borrelplanken en menukaarten. Een perfecte kruising tussen pizza en hartige taart, maar dan nét even lichter.
Het geheim van de bodem
Een goede klassieke flammkuchen begint bij de bodem. Gelukkig is er tegenwoordig, zelfs in de supermarkt, echt goede kant-en-klaar flammkuchendeeg verkrijgbaar. Ideaal als je snel iets lekkers op tafel wilt zetten. En echt, dat deeg is verrassend goed. Toch is het ook helemaal niet ingewikkeld om zelf te maken hoor.
Doe dan 450 g bloem in de kom van de keukenmachine (bekijk hier welke wij in de keuken gebruiken) samen met 1 zakje gist van 7 g, 4 el olijfolie, 2 tl zout en 250 ml handwarm water. Laat de machine 10 minuten kneden tot een bol en laat het deeg vervolgens minstens 45 minuten afgedekt rijzen. Nu heb je de basis voor twee grote platen. Het fijne is dat de bodem dun wordt uitgerold, waardoor hij in de oven heerlijk krokant bakt. Precies zoals hij hoort te zijn.
Slechts drie ingrediënten
Wat wij zo mooi vinden aan de klassieke variant, is dat je met drie eenvoudige ingrediënten een complete smaakbeleving creëert. Crème fraîche zorgt voor romigheid, spekjes brengen een hartige bite en rode ui geeft wat pit en frisheid. Meer heeft een traditionele flammkuchen dus echt niet nodig.

Wanneer de flammkuchen uit de oven komt snijd je hem in grove stukken en serveer je hem direct, want dit gerecht wil je warm en knapperig eten. Het is de ultieme borrelhap, maar ook een perfecte lichte maaltijd met een frisse salade erbij.
Variaties om mee te spelen
Hoewel de klassieke versie onovertroffen blijft, is het ook leuk om te experimenteren met andere toppings. Denk aan geitenkaas met honing, ham met feta of zelfs een vegetarische variant met courgette en paprika. Flammkuchen is veelzijdig en past zich moeiteloos aan jouw smaak of het seizoen aan.

Toch komen wij steeds weer terug bij de klassieker. Misschien omdat hij zo puur is. Misschien ook omdat hij ons doet denken aan een gezellige avond met vrienden en een goed glas wijn. Eén ding is zeker: flammkuchen is een gerecht dat nooit gaat vervelen.

16 reacties
Hallo Tim en Erik,
Is het zelfgemaakt flamkuchendeeg goed in te vriezen?
Hoi Hans, wij hebben het niet eerder gedaan maar het schijnt wel te kunnen. Verpak het dan in vershoudfolie 🙂
Wanneer je deze maakt, is hij dan ook de volgende dag koud te eten of wordt hij dan hard en taai?
Kan wel, maar komt de smaak niet ten goede. Dan wordt ‘ie inderdaad een beetje taai…
Hoi Tim en Erik,
In het recept staat ‘Verdeel ook ongeveer de helft van de 125 g spekreepjes over het geheel.’Wat doe je dan met de andere helft of bedoelen jullie als je er twee hebt dan de helft op de een en de andere helft op de ander…. Ik hoor het graa.
Hi Wilma, het laatste inderdaad. Voor als je er 2 maakt 🙂
Hi Tim en Erik,
Heel erg geinteresseerd in dit recept. Ik woon in New Zealand en heb hier nog nooit van ‘flammkuchendeeg’ gehoord. Is het een soort pizza deeg? of een soort ‘savoury short pastry’?
Leuk Eve! Flammkuchendeeg is veel dunner dan pizzadeeg. Het is ook geen savoury short pastry, denk ook niet dat ze het bij jou verkopen. Als je het zelf wil maken, check het intro van dit artikel. Geniet ervan!